Pensioensparen: wat, hoe en waarom?

Pensioensparen

Pensioensparen vormt de derde pijler van je pensioen (lees ook 'Het pensioenstelsel in een notendop' voor meer informatie over de vier pijlers van je pensioen) en wordt gevormd door de bedragen je zelf spaart voor je pensioen. Je kan daarbij uit twee formules kiezen, nl. een verzekering of een fonds. Vooraleer daar dieper op in te gaan, geven we je graag nog even de voordelen mee van pensioensparen.

 

De voordelen van pensioensparen

Pensioensparen biedt je een aantal belangrijke voordelen, zoals:

  • Van je 18e tot je 64e kan je pensioensparen met een fiscaal voordeel van maar liefst 30 procent;
  • Je geniet van een voordelige en eenmalige belastingsheffing, de zgn. anticipatieve heffing van 10 procent op je 60e verjaardag. Deze anticipatieve heffing is 'bevrijdend', wat wil zeggen dat er geen andere belastingen meer worden geheven;  
  • Je kan meerdere pensioenspaarcontracten afsluiten;
  • Je bent niet verplicht elk jaar te storten;
  • Je kan kiezen uit meerdere pensioenspaarformules in functie van je profiel.

 

Om van deze voordelen te kunnen genieten, moet je wel aan enkele voorwaarden voldoen, namelijk:

  • Je moet de Belgische nationaliteit hebben en onderworpen zijn aan de Belgische personenbelasting;
  • Je moet minstens 18 jaar zijn en niet ouder dan 64 jaar;
  • Je moet minstens vijf stortingen gedaan hebben voor vijf verschillende fiscale jaren;
  • De looptijd van je contract bedraagt minimaal tien jaar;
  • Je bent zelf de begunstigde bij leven; je erfgenamen bij overlijden staan als begunstigde(n) aangewezen.

 

Verzekering: de veilige oplossing

Een pensioenverzekering sluit je af met een verzekeraar. Deze verzekeringen bieden het grote voordeel dat ze een gegarandeerd rendement van minstens 0 procent bieden, zodat je zeker geen geld kan verliezen. Aan de andere kant ligt het rendement bij een pensioenspaarverzekering doorgaans een stuk lager dan bij een pensioenspaarfonds.

 

Als je toch de veilige oplossing verkiest - sowieso aan te raden als je pas laat aan pensioensparen begint - kan je kiezen uit twee formules:

 

1. Een tak 21-contract
Een tak 21-contract is eigenlijk een levensverzekering die je een gewaarborgd rendement bezorgt en een mogelijke deelname in de winst. Bovendien biedt een tak 21-verzekering ook een zgn. depositogarantie. Dit houdt in dat je tot een maximumbedrag van 100.000 euro beveiligd bent als je verzekeraar failliet zou gaan.
Bij een tak 21-contract krijg je aan het einde van de rit (meestal je 65e verjaardag) je gestorte kapitaal terug, samen met de afgesproken minimumrente en een eventuele winstdeelname als de verzekeraar voldoende winst heeft gemaakt. Je pensioenkapitaal kan je bij einddatum van je contract in één keer opvragen of je kan voor een maandelijkse storting kiezen.

 

2. Een tak 23-contract
Hier wordt het bedrag dat je bij elkaar spaart door de verzekeraar omgezet in (deel)bewijzen van één of meerdere fondsen. Om het risico te minimaliseren, mag er nooit meer dan 75 procent in aandelen of in obligaties worden belegd (lees hier meer over gemengde fondsen). Zo beleggen dynamische fondsen bijvoorbeeld tot 70 procent in aandelen, terwijl defensieve fondsen dit tot 30 procent beperken en de rest in obligaties beleggen.
Om je pensioenkapitaal op te vragen, kan je kiezen om je (deel)bewijzen in de fondsen om te ruilen tegen de waarde van het deelbewijs op dat moment. Dat kan voordelig uitvallen of net heel erg tegenvallen, maar het is duidelijk dat dit grotere risico je tevens meer kans biedt op een hoger rendement.

 

Fonds: de langetermijnbelegging

Voor een pensioenspaarfonds moet je dan weer bij de bank aankloppen. Met het kapitaal dat je spaart, belegt de bank vervolgens in aandelen en obligaties. Het grote nadeel hier is dat het rendement niet gegarandeerd wordt.

 

Daar staat tegenover dat de opbrengsten - zeker op lange termijn - hoger kunnen liggen dan bij een pensioenspaarverzekering. Een ander voordeel is dat je pensioenspaarfonds geen einddatum heeft en je zelf bepaalt wanneer je je geld terugvraagt (wel opletten: als je je kapitaal te vroeg opvraagt, word je fiscaal zwaar afgestraft en betaal je tot 33 procent belasting op de som die je opvraagt).

 

Enkele tips

Ongeacht welke formule je kiest, we geven je graag nog even volgende tips mee:

 

1. Begin op tijd
Vanzelfsprekend wordt je kapitaal groter naarmate je langer spaart, maar hou er ook rekening mee dat je contract voor minstens tien jaar moet worden afgesloten. Het is dan ook aan te raden ten allerlaatste op je 55e aan pensioensparen te beginnen.

 

2. Kijk en vergelijk
Instap- en beheerkosten zijn belangrijke kosten verbonden aan pensioensparen. De eenmalige instapkost kan variëren van 0 tot 3 procent; de jaarlijks terugkerende beheerskosten bedragen gemiddeld 1,7 procent. Vraag hierover dus zeker extra informatie bij verschillende verzekeraars en banken.

 

3. Wik en weeg
Als je je gespaarde geld al voor je 60e wil opnemen, betaal je een extra belasting van maar liefst 33 procent op het opgenomen bedrag. Denk dus op voorhand goed na welk bedrag je (al dan niet jaarlijks) aan pensioensparen kan uitgegeven.

 

Meer weten?

Wil je graag deze reeks over pensioenen verder volgen? Word dan zeker fan van onze Facebookpagina of volg ons via Twitter!

 

 

Beeld: deathtothestockphoto.com

Lees ook andere artikels over Sparen en pensioen